Daniël Daréus, een beroemde dirigent, krijgt op het hoogtepunt van zijn carrière een hartaanval. Hij keert daarom terug naar zijn geboortedorp op het platteland, en komt zijn oude klasgenoten tegen. Oude wonden spelen op. De grootste pester terroriseert het dorp en mishandelt zijn vrouw, Gabriëlla. Daniël wordt overgehaald om het dorpskoor te dirigeren. Uiteindelijk geeft hij ieder een plek in het koor. Dit maakt veel los. Patronen worden doorbroken, heilige huisjes omver geworpen en nieuwe wegen ingeslagen. Het is de toon van de muziek die de harten van mensen opent. Een gelaagd bronverhaal over geloof, hoop en liefde.
Het verhaal van Daniël, Lena, Gabriëlla, Inge en de mensen uit het dorp gaat over ons allemaal. Het is tijdloos, humoristisch, soms scherp en ontmaskerend. Het laat zien hoe we met hart en ziel mogen leven. Morgen is vandaag.
‘Ik wol fiele dat ik libje, al myn dagen lang. Ik wol wêze wa’t ik bin. Ik wol witte dat ik libje, ja ik fiel dat ik dit kin.’ (Uit Gabriëlla’s liet)